De meepse barg. Beschouwingen over poëzie (2004)
Dirk de Geest & Paul Pelckmans
Woord vooraf
Dirk de Geest en Paul Pelckmans
Hoe inelkaargewikkeld of hoe impliciterend moet een gedichtinterpretatie zijn? Over ‘Aan Lesbia’ (Lucebert)
Joris Gerits
De blasfemie in ‘Solvet Seclum’ van Leconte de Lisle
Caroline De Mulder
“koning van de bosschen groot” De gepersonifieerde dromen van Guido Gezelle
Dietlinde Willockx
Gedroomde afwezigheden. Fernando Pessoa en de (on)mogelijkheid van autobiografische poëzie
Ingrid Van Gerven
Het dubbelzinnige “gedicht” Over Achterbergs Ballade van de gasfitter
Pieter Van Dyck
Een “gorgelen van hellehonden in de hese blaf van een verloren kooikershondje”. Over de versplintering van het lyrisch subject in ‘Goya als hond’ van Stefan Hertmans
Anne Decelle